Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie een os [12]slacht, slaat een man; wie een lam offert, [14]breekt een hond den hals; wie spijsoffer offert, is [als die] [15]zwijnenbloed [offert]; wie [16]wierook brandt ten gedenkoffer, is [als] die [17]een afgod [18]zegent. [19]Dezen verkiezen ook hun wegen, en hun ziel heeft lust [20]aan hun verfoeiselen. 12. Hebreeuws, keelt; te weten ter offerande, te weten zonder erkentenis zijner zonden en zonder geloof. Of, ook die het uiterlijk doet ten tijde van het Nieuwe Testament. Zie hfdst.1 vs.11; Hebr.10:1,4,11. 13. Of, verslaat; dat is doodt enen man. De zin is: Dat is mij zo onaangenaam, ja men vertoornt er mij zozeer mede, alsof hij een man versloeg. 14. Dat is, hij is als een, die een hond den hals breekt, of onthalst, of den nek afsnijdt; te weten om mij dien te offeren, gelijk Deut.21:4. En versta hier onder den naam van hond alle onreine dieren, die te offeren in de wet verboden waren. 15. Zie Lev.11:7,8,26; Deut.14:8; alwaar niet alleen verboden wordt zwijnenvlees te eten, maar de Joden mochten het niet aanroeren zonder zich te onreinigen. 16. Te weten ter gedachtenis. Zie de aantekening Lev.2:2. Hebreeuws, die ene gedachtenis van wierook of reukwerk maakt. 17. Zie van het Hebreeuwse woord 1 Sam.15:23. 18. Of looft; dat is dankt, alsof hij een ware god ware. 19. De zin is: Zij treden niet op de wegen, die Ik hun heb voorgeschreven, maar zij verkiezen zichzelven wegen, dat is wijzen en manieren van godsdienst, of hun boze lusten en kwade begeerlijkheden. 20. Dat is, aan hun afgoderijen en ceremonien, die mij een gruwel zijn. Zie 2 Kron.15:8; Ezech.20:7, met de aantekening.